(1)Transportbanden moeten in een magazijn opgeslagen worden om blootstelling aan zonlicht en regen te voorkomen; contact met zuren, alkalien, olie en organische oplosmiddelen moet worden vermeden. Houd ze schoon en droog, en hou ze minimaal 1 meter verwijderd van warmtebronnen. De kamertemperatuur moet tussen -15℃ en 40℃ liggen.
(2)Transportbanden moeten in rolvorm worden opgeslagen zonder te vouwen. Als ze langdurig worden opgeslagen, moeten ze elke kwartaal een keer worden omgedraaid.
(3)Bij het laden en lossen van transportbanden is het het beste om een kraan met een balk-uitrusting te gebruiken om ze soepel te tillen, waardoor schade aan de bandranden wordt voorkomen. Behandel ze niet ruw om onnodig uitrollen en glijden te voorkomen.
(4)Het type en de specificaties van transportbanden moeten redelijk worden geselecteerd op basis van de gebruikseisen en specifieke omstandigheden.
(5)Verschillende types, specificaties, modellen, sterktes en lagenaantallen van transportbanden mogen niet samen worden verbonden ( gegroepeerd ) voor gebruik.
(6)De beste methode om voegen in transportbanden te spuiten is warme vulkanisatie, wat de betrouwbaarheid kan verbeteren en een hogere effectieve sterkte blijft handhaven.
(7)De diameter van de aandrijfrollen van de conveyer en de minimumpulleydiameter van de transportband moeten voldoen aan relevante voorschriften.
(8)Mijd slangachtige of wormachtige bewegingen van de transportband. Houd de rolstenen en verticale rollen soepel en zorg voor een gepaste spanning.
(9)Wanneer de conveyer voorzien is van beschermkapjes en reinigingsapparatuur, vermijd slijtage van de transportband.
(10)Schoonheid is een fundamentele voorwaarde voor de juiste werking van transportbanden. Vreemde stoffen kunnen de excentriciteit van de band, spanningverschillen beïnvloeden en zelfs breuken veroorzaken.
(11)Als tijdens het gebruik vroege tekenen van schade aan het transportband worden gevonden, dient de oorzaak geïdentificeerd en op tijd gerepareerd te worden om ongunstige gevolgen te voorkomen.